Woelige tijden op het werk. We zijn nu iets meer dan een jaar na de fusie, en het lijkt nog steeds niet erg in de plooi te vallen. Vooral dan de managementstructuur, daar heb je vooral de indruk dat er geen beslissingen genomen worden: ongeveer iedereen is blijven zitten, en onder het mom van een matrix structuur heeft ongeveer iedereen ook nog altijd evenveel te zeggen. Weliswaar in elkaars vaarwater, dus veel politieke spelletjes.

Bij mij zelf is eigenlijk weinig veranderd. Een deel van mijn functie wordt nu (in principe) door iemand anders gedaan, en in mijn team heb ik een structuur moeten aanbrengen om te voorkomen dat ik anders aan teveel mensen tegelijk leiding geef. Soit, dus in feite iets minder werk. Ik denk niet dat ik snel een burn-out zal krijgen, eerder een bore-out.

Dus begin je na te denken, de balans op te maken. Ik zit daar nu (terug) een vier jaar, en ik heb er wel behoorlijk wat gedaan, bijgeleerd. Al is het ondertussen al even geleden dat ik echt nog iets heb bijgeleerd, iets nieuws heb gedaan. Maar ik zit ook een beetje in een gouden kooi: heel goede voorwaarden, zowel financieel als niet-financieel… wat het moeilijk maakt om te veranderen. En tegelijk… als ik blijf zitten, gaan mijn competenties niet echt groeien ook. Carriereplanning is nog steeds een vies woord, en aangezien het boven mij dringen is voor een plaatsje, lijkt de kans op promotie beperkt.

Maar wat wil ik echt, wat kan ik echt? Wat zijn mijn sterktes? Wat doe ik echt graag?
– zeer geconcentreerd – desnoods repetitief – werken gaat me goed af, toch zolang ik weet dat het een nut heeft
– een team leiden gaat ook vlot, al heb ik misschien geluk met mijn team. Ben ik een echt goede coach. In elk geval is het iets dat ik wel wil doen, maar dat niet per sé hoeft.
– veel verschillende taken (deadlines), kort en lang tegelijkertijd… heb ik nodig. Een beetje druk is eigenlijk een voorwaarde
– beter geen (vaak wisselende) contacten met mensen. Let’s face it: mijn gehoorprobleem is effectief wel een handicap. Een keer de mensen mij kennen (of ik hen) ervaar ik zelden nog problemen met niet voldoende horen, maar nieuwe mensen… het is altijd een uitdaging.
– al lijkt het haaks te staan op het vorige (of de vorige twee): training geven, daar geniet ik van. altijd moeilijk om objectief te oordelen, maar ik heb de indruk da tik dat ook niet slecht doe.